Diesel

‘Sus, wolsto wol op Diesel passe?’ Het is de zomer van 2023 als ik een appje krijg van mijn zus met het verzoek een nachtje op hun hond te passen. Het enige dat ik hoef te doen, is een oogje in het zeil houden. ’s Avonds even op de fiets naar Rottevalle om deze imposante viervoeter wat brokken te geven. That’s it. Dus ik app enthousiast ‘Jawis wol!’ terug.

Een week later is het zover. Al vroeg in de ochtend zijn mijn zus, zwager en drie kids richting Schiermonnikoog vertrokken. Wanneer ik begin van de avond het erf op fiets, tref ik buiten een droevige Diesel. Het bewijs dat dieren heimwee kunnen hebben.

Op zoek naar brokjes, wandel ik de schuur in. ‘Joe Dieseltsje, komt u maar’, roep ik wanneer ik z’n zilveren voerbak heb gevuld. Maar waar ik ook kijk, geen hond. Als een marktkoopman die gratis brandstof aanprijst, loop ik brullend over het erf. Hoe vaker ik ‘Dieeeeesuuuuul’ schreeuw, hoe groter mijn paniek wordt. Het zal toch niet waar zijn dat ik op de eerste dag de hond al kwijt ben geraakt.

Het hek voor bij de weg staat op een klein kiertje, maar gezien het postuur van de vermiste viervoeter, lijkt me dat vrijwel onmogelijk. In dat geval moet Diesel een ware Houdini-act hebben uitgevoerd om te ontsnappen.

Mijn zoektocht over het erf levert niets op, dus ik besluit een poging te wagen bij de buren. ‘Diesel? Ja, dy hat hjir krekt west’, beaamt de buurman wanneer ik hem vraag. Ik haal opgelucht adem. Maar wat blijkt; de verloren viervoeter is al weer vertrokken. Ik leg uit dat zus, zwager en kids vanochtend op vakantie zijn gegaan en ik de oppas ben. Waar mijn paniek alleen maar groeit, blijft de buurman relaxed lachen.

‘Soms sit er op it terras by De Leyen’, wijst hij in de richting van het strandpaviljoen. ‘Moatst dêr mar efkes sjen!’ Tuurlijk, een hond die ’s avonds even een biertje bestelt op het terras. Mijn bloed kookt inmiddels. ‘Jawis, of hy sit yn de kroech yn Eastermar’, bits ik hem toe. De terriër in me is niet meer te houden.

Om te voorkomen dat ik ga bijten, schakel ik mijn hulplijn in. ‘Moatst my helpe, want ik bin Diesel kwyt’, blaf ik het thuisfront toe. Vijf minuten later rijden mijn redders in nood het erf op. We maken met z’n drieën een plan van aanpak. Eerst inspecteren we asfaltweggetje richting Eastermar, besluiten we. Geconcentreerd speuren we kilometers weiland af, maar al wat we zien; geen Diesel.

Dan toch maar richting De Leyen. Daar treffen we drie wandelende heren, die ik smekend vraag of ze wellicht ook een enorme zwarte rottweiler zijn tegengekomen. Het drietal schudt het hoofd en wijst net als de buurman in de richting van het paviljoen. ‘Je zou het daar eens kunnen proberen.’ Zo gezegd, zo gedaan.

Op het moment dat we het parkeerterrein oprijden, zie ik in de verte een zwart gevaarte op het terras zitten. Wanneer ik dichterbij kom, herken ik een kwijlende Houdini, haastig vastgezet met een oranje sjorband. De ober komt me vrolijk tegemoet als ik het terras op loop. Ik kan ‘m wel zoenen, zo blij ben ik. We mogen de sjorband houden en aangelijnd lopen we naar de auto waar Diesel vervolgens de gehele kofferbak vult.

Op weg naar huis komen we de buurman tegen. Opgelucht draai ik het autoraampje naar beneden. ‘Wy ha ‘m hear!’ verkondig ik trots. ‘En, wêr wie er?’ vraagt hij nieuwsgierig. Met de staart tussen m’n benen moet ik toegeven dat Diesel inderdaad op het terras van het strandpaviljoen zat. ‘Koe ek net oars’, grijnst de buurman. ‘De kroech yn Eastermar is hjoed ticht.’

Nynke van der Zee

Nynke van der Zee

Tekstschrijfster

Op zoek naar een enthousiaste tekstschrijver in Friesland? Ontdek of wij bij elkaar passen.

Meer over mij

Laatste Blogs