Blik op 2050

De lucht van verschaald bier walmt naar boven wanneer ik de tas met lege blikjes en plastic flesjes opentrek. Voorzichtig vis ik het eerste blikje uit de plakkerige tas en stop ‘m in de statiegeldautomaat. Vrolijk hobbelt het blikje over de lopende band naar binnen. Maar nog voordat ik het volgende blikje kan pakken, hoor ik het afkeurende geluid van een zoemer. Het blikje komt vrolijk weer naar me toe hobbelen.

Verbaasd duw ik het blikje nogmaals in de automaat, maar opnieuw klinkt de zoemer. Met blikje nummer twee krijg ik exact hetzelfde resultaat. Het blikje hobbelt nietsvermoedend naar binnen, maar wordt door de automaat net zo snel weer uitgespuugd. Ik vraag een supermarktmedewerker om hulp. Wat blijkt: dit blikje heb ik gekocht in een andere supermarkt en kan ik hier dus niet inleveren. “Daarmee moet u naar de Albert Heijn. Die neemt wél alles in.” Hij sloft doodgemoedereerd weg, terwijl ik ontplof van woede.

Regelmatig lees ik over onze missie om in Nederland vanaf 2050 een volledig circulaire economie te hebben, waarin we alle grondstoffen steeds opnieuw gebruiken. We hebben uiteraard nog 25 jaar om dit te fixen, maar als supermarkten nu al flesjes en blikjes uitsluiten die niet in hún winkel gekocht zijn, dan vraag ik me af waar we mee bezig zijn. Het uiteindelijke doel lijkt me heiliger dan de vraag of het wel of niet jóuw verkochte blikje is. We willen met elkaar zoveel mogelijk blik en plastic recyclen, toch?

Supermarkten zijn niet de enige dwarsliggers, weet ik inmiddels. Wat dacht je van al die goedkope webwinkels waar je voor een habbekrats kleding koopt. Voor het gemak bestel je twee maten van dat leuke shirtje. Het exemplaar dat perfect past, hang je in de kast. Het exemplaar dat net iets te groot of te klein is, stuur je gratis terug. En jij bent niet de enige. Zo'n 40 procent van de kleding die we online bestellen, gaat retour.

So far, so good. Maar wist je dat steeds meer webshops ervoor kiezen om geretourneerde kleding gelijk te vernietigen? Simpelweg omdat het controleren van jouw shirtje om het daarna opnieuw in de digitale voorraadkast te hangen, duurder is dan een nieuw shirtje maken. Het belandt in de oven of wordt vulling voor autostoelen. Je kunt je tweede shirtje dus nog beter als pyjama gebruiken dan het terug te sturen.

Deze ‘schijt aan de wereld-houding’ is overigens niet alleen kenmerkend voor producenten van goedkope spullen. Neem nou die dure smartphone die je in je hand hebt. Die is bewust zo gemaakt dat ‘ie slechts een aantal jaar meegaat. Dat noemen ze in vakjargon ‘geplande slijtage’ of ‘geplande veroudering’. De batterij loopt steeds sneller leeg of je kunt geen software-updates meer downloaden. Dit is dus bewust door fabrikanten zo ingesteld. Ze kúnnen ook een smartphone maken die vele malen beter is, zoals de onverwoestbare Nokia 3310 van 25 jaar geleden. Maar dat willen ze niet. Liever flink cashen dan investeren in onze planeet.

Kortom: met nog 25 jaar te gaan tot 2050 is er nog volop werk aan de winkel. Godzijdank zie ik ook volop goede initiatieven ontstaan. Niet van grote merken of rijke ondernemers, maar van gewone mensen zoals jij en ik. In ons dorp is er een dame die een winkeltje is gestart voor minima. De kleding die er hangt, is gratis. En wat overblijft, gaat naar Camping Polemonium in Opende; de camping waar je niets hoeft te betalen.

Vorige week bracht ik twee tassen vol kleding naar ons buurtwinkeltje. De reactie was hartverwarmend. Ik kreeg een warme knuffel toen ik beide tassen op tafel zette. “Dit guod krijt wer in goed plakje”, glunderde de initiatiefneemster. Die pure, welgemeende blijdschap; daar kunnen al die CEO’s, directeuren en aandeelhouders van wereldwijde multinationals nog wat van leren.

Nynke van der Zee

Nynke van der Zee

Tekstschrijfster

Op zoek naar een enthousiaste tekstschrijver in Friesland? Ontdek of wij bij elkaar passen.

Meer over mij

Laatste Blogs