Afgelopen week was de eerste aflevering van het nieuwe tv-programma Wie Overleeft Nederland. Daarin gaan BN’ers op survival in natuurgebieden in eigen land. De Boschplaat op Terschelling had de eer om het decor te vormen voor de eerste aflevering. Presentatoren Joris Linssen en Henny Huisman, voetbalvrouw Melissa Schaufeli en topkok Ron Blaauw gingen de uitdaging aan. En ze kregen het zwaar voor de kiezen, want het weer zat niet mee. Dus zagen we onze BN’ers ‘puur natuur’. Back to basic.
Dat ‘Back to basic’-format is hip in medialand. Een dag later zat ik namelijk voor het programma Van Etter Tot Engel, waarin moeders met onhandelbare dochters diep in de Afrikaanse jungle gedropt worden. Doel is die natuurlijke navelstreng terug te vinden, maar alles wat ik zag waren vloekende en tierende pubermeisjes, die met veel te zware rugzakken door de jungle slenterden.
Altijd als ik naar dit soort tv-programma’s kijk, vraag ik me slechts één ding af. Waar gaan al die deelnemers naar het toilet? Poepen die pubermeisjes in een gat ergens midden tussen de leeuwen? En zaten die BN’ers op Terschelling met een rolletje wc-papier verstopt in een duinpan, zoals wij dat doen tijdens hoge nood op een eiland? Kijk, daar krijgen wij dus geen beelden van. Misschien maar beter ook, want ik weet zelf als geen ander hoe zwaar het is om in de natuur te overleven wanneer de elementen je het meest op de proef stellen.
Dat zit zo. In 2004 ging ik voor het eerst naar de Zwarte Cross in Lichtenvoorde. Die hele week regende het dag en nacht. Op de camping aangekomen, was het dan ook zoeken naar een droge plek. Die eerste dag was het gras nog groen, maar op dag twee hadden al die duizenden bezoekers de naam van het festival eer aangedaan. Overal waar je keek was zwarte modder.
Een simpel tochtje naar de toiletten werd een onneembare hindernis. Het terrein voor de wc’s was veranderd in een moeras dat uiterst onaangename walmen uitstootte. En dus gingen we ‘Back to basic’. Poepen in het maïsveld naast de camping. Verscholen tussen de maisstronken draaiden wij stiekem ons eerste keuteltje. Na drie dagen was het maïsveld omgetoverd tot één groot sanitair doolhof.
Het moest even wennen: poepen in de natuur. Maar het was eigenlijk best prettig, met de vogeltjes op de achtergrond. Ik denk dat de deelnemers van Wie Overleeft Nederland dezelfde conclusie hebben getrokken. Dus mocht u vandaag nog een dagje naar Terschelling gaan, kijkt u dan even extra uit op de Boschplaat? Het kan zijn dat u vreemde bruine bultjes tegenkomt in de duinen.