Wipkippen

‘Lokwinske, jim binne heit en mem wurden!’ appte ik in de voorjaarsvakantie naar de kids. Vanuit Turkije kreeg ik nog geen minuut later een inkomend Whatsapp-videogesprek. Vanaf zijn balkon in een zonovergoten hotel kreeg de jongste via mijn telefoon een kijkje in ons Friese kippenhok, waar één klein pluizenbolletje recht de camera in keek. Van schrik dook hij meteen weer onder moeders veren. Vier kleine kuikentjes, onze vakantie kon niet beter beginnen.

Kippen: het was de grootste wens van de kids toen we in ons nieuwe huis kwamen wonen. Het vervallen kippenhok werd opgeknapt en schoongemaakt. Klaar voor onze kippen. Uit Groningen importeerden we drie bijzondere exemplaren. Kuifhoenders met een indrukwekkend afro-kapsel. Lang hielden ze het niet vol. De overgang van Groningen naar De Fryske Wâlden bleek toch net iets te veel van het goede.

Vandaar dat we het begin dit jaar verstandiger aanpakten door drie Fryske hintsjes te kopen. Hemelsbreed een verhuizing van nog geen 500 meter. Foppe, onze aanwaai-haan, was meteen tot over z’n oren verliefd op onze hintsjes. Regelmatig zagen we hem tijdens een stoere paringsdans door het hok drentelen, de vleugels hield ‘ie als een bodybuilder naast z’n opgeblazen hanenborst.

Wij moesten er smakelijk om lachen, maar deze vertoning maakte kennelijk indruk bij onze hintsjes, want al snel was het raak. Foppe besprong z’n eerste kippetje. En daarna nog eentje. En ook de derde moest eraan geloven. In een mum van tijd werd ons vervallen kippenhok omgetoverd tot één groot love nest vol wipkippen. De kids konden hun lol niet op. Want iedere sprong van Foppe bracht hun droom een stapje dichterbij: kuikentjes.

“Meie wy lytse pykjes, asjeblyyyyyft.” Er ging geen dag voorbij zonder smeekbede aan de keukentafel. Ik schudde resoluut m’n hoofd. Gjin pykjes. Want een kuikentje kan ook een haan worden en aan één haan in het hok hebben we meer dan genoeg. “Dan giet Foppe toch fuort”, bedacht het tweetal monter. “Bist gek”, antwoordde ik. “Foppe bliuwt.” En dus haalde ik kordaat ieder ei zo snel mogelijk uit het kippenhok. Voordat één van onze hintsjes het in haar kippenkop zou krijgen om er op te gaan zitten broeden.

Maar zoals dat gaat in een kippenhok vergat ik ook wel eens een dag m’n eierrondje. En jawel - alsof ze het konden ruiken - was er dírect een hintsje ‘brodsk’. Met geen stok meer van het nest te krijgen. De kids stonden juichend bij het hok. “No krije wy lytse pykjes!” En ik, ik ging voor de bijl.

Toen er vier eieren in het nest lagen, vond ik het welletjes. Ik schroefde het hok dicht, zodat de andere twee hintsjes hun broedende zus niet langer konden voorzien van nieuwe aanwas. En toen was het wachten geblazen. Drie weken wachten duurt lang, ontdekten de kids al snel. Iedere ochtend vulden we braaf het water en voer aan. Maar er gebeurde niets. Stiekem hoopte ik dat de eieren niet zouden uitkomen. Tot die eerste vakantiedag eind april.

Bij het openen van het deurtje zag ik twee kleine kraaloogjes vanonder de veren naar me kijken. Een geel pluizig kuikentje deed m’n hart een sprongetje maken. Nog voordat ik m’n telefoon kon pakken voor een foto, was ‘ie al weer verdwenen. Vrijwel iedere dag kwam er een broertje of zusje bij. Tot er in totaal één glanzend bruine en drie goudgele kuikentjes door het hok huppelden.

De kids zijn door het dolle heen. En ik moet toegeven dat ook ik iedere dag geniet wanneer ik ze buiten in de ren zie scharrelen. De moraal van dit kippenverhaal? Misschien is het af en toe toch best goed om je eens door de haan te laten naaien.

Nynke van der Zee

Nynke van der Zee

Tekstschrijfster

Op zoek naar een enthousiaste tekstschrijver in Friesland? Ontdek of wij bij elkaar passen.

Meer over mij

Laatste Blogs